In de nazomer wilde ik nog wat zon opsnuiven en zo kwam ik terecht op Tenerife. Het blijkt een geweldig afwisselend eiland met veel wandelmogelijkheden. Vooral voor dagtochten. Dus prima te doen vanuit één of twee standplaatsen. Hieronder mijn impressie.
De zon was nog wat sterk voor mijn witte huid, dus daar moest ik even slim mee omgaan. Uiteindelijk kwam ik op een mooi dagprogramma waarin ik overdag een tocht maakte en aan het eind van de dag aan zee eindigde om te zwemmen.
Maar wat is er dan te wandelen op Tenerife? Gelukkig heeft Rother ook hier een gidsje gemaakt, verkrijgbaar in het Spaans, Duits en Engels. Het landschap van Tenerife is super divers. Kaal en rotsig, regenwoud, kustpaden. En de wandelingen zijn daardoor ook enorm divers. De wandelmogelijkheden zijn uitgebreid; van korte wandelingen tot lange dagtochten. Met als grootste uitdaging het beklimmen van de Teide (3718m). Helaas had ik daar geen tijd voor…
In het noorden liep ik langs een waterkanaal omhoog naar het regenwoud. Niet aan te raden in de regen, want het waterkanaal wordt nog gebruikt en loopt dus vol in de regen. Ook goed om geen grote rugzak op te doen, want je moet af en toe vlak langs de rotswand bewegen. En een lampje mee voor de stukken waar het kanaal door een tunnel gaat. Via een dorpje (met picknicktafels in de schaduw!) loop je weer naar beneden. De markering is niet supergoed, dus het is slim een routebeschrijving mee te nemen.
In het zuiden liep ik de indrukwekkende mascakloof, waar de rotswanden zo hoog zijn, dat je het niet eens kan bevatten. Aan het einde van de kloof kan je er voor kiezen om weer terug te lopen (omhoog), of om met de boot naar het dichtsbijzijnde stadje te gaan. Vandaar weer met de taxi naar het startpunt (als je auto daar staat). Is lokaal allemaal heel gemakkelijk te regelen. Tip om ‘s ochtends vroeg te gaan: minder warm, beter licht voor foto’s en minder druk.
Eén dag liep ik uren door de regen op de berg en terug aan de kust scheen de zon terwijl ik de zee indook. Er zijn verschillende mogelijkheden om te zwemmen. Soms is er een mooi zandstrand en kan je zo de zee inlopen. Waar de kust rotsig is, hebben ze ‘zwembaden’ gemaakt in de rotsen die gevuld worden met zeewater. Soms zijn het echte zwembaden met trappetjes en badmeesters en soms zijn het poeltjes die met vloed vollopen met zeewater. Erg mooie afsluiting van de dag.
De zwaarte van de wandelingen kan je zelf heel goed bepalen. Er zijn wandeling van een paar uur, tot een hele dag. Ook kun je pittige wandelingen lopen met veel hoogteverschil (1000 m is wel te halen). De diversiteit die je op een klein stukje land tegenkomt is enorm en dat is echt geweldig. Het enige minpuntje voor mij was dat de wandelingen verspreid liggen en je overal naar toe moet reizen met de auto of bus. Maar als je je daar op instelt is het een verrassend eiland.